Uitvoering

De patiënt staat rechtop.

De arts zet twee streepjes op de rug: één ter hoogte van wervel L5 en één streepje 10cm hoger.

De patiënt moet dan met gestrekte knieën vooroverbuigen.

De arts meet opnieuw de afstand tussen de twee streepjes.

Normaal vergroot de afstand tussen de twee punten dan tot 15cm of meer.

Positief

Als er verminderde beweeglijkheid is van de rug (bv. door ziekte van Bechterew), zal dit minder dan 15 cm zijn.